donderdag 31 oktober 2013

De 7 Tips om klaar te zijn om af te vallen!

Tip 1: Meet je gewicht, BMI en middelomtrek.
Gebruik een weegschaal om te weten hoeveel je precies weegt. Daarnaast zijn twee tests waarmee je zelf kunt berekenen of je een gezond gewicht hebt.

Bereken je BMI en middelomtrek

Tip 2: Ga alleen afvallen als het mag en je er klaar voor bent.
In sommige gevallen is het beter om niet te beginnen met afvallen, bijvoorbeeld als je zwanger bent, borstvoeding geeft of ouder bent dan 70 jaar. Bij een ziekte of bij een BMI hoger dan 30, ga dan altijd eerst naar de huisarts.

Als je verdrietig bent, is het ook goed om te wachten totdat je je beter voelt. Of neem contact op met een diëtist. Zij kunnen je begeleiden in het omgaan met moeilijke omstandigheden.


Tip 3: Stel je streefgewicht vast
Kies een realistisch streefgewicht. Dus niet zoveel als je woog toen je 16 jaar was. Heb je een getal in je hoofd? Probeer dan geleidelijk af te vallen. Dat wil zeggen: een halve kilo tot 1 kilo per week. Meer is niet goed. Op deze manier is afvallen ook beter vol te houden.

Tip 4: Maak goede voornemens
Voornemens maken helpt je bij het houden aan je doel. Laat je niet verrassen door verleidingen, maar maak van tevoren een goed plan. Hiervoor is het nodig om jezelf een beetje te leren kennen. Bedenk waar jouw valkuilen liggen en wapen jezelf tegen deze verkeerde gewoontes.


Tip 5: Maak eventueel gebruik van professionele begeleiding
Diëtisten en gewichtsconsulenten zijn er om je te helpen bij het aanpassen van je leefstijl. Zij denken mee over de noodzakelijke aanpassingen in je voeding en hoe die aansluiten bij jouw wensen en voorkeuren. Diëtisten kunnen je daarnaast helpen bij de mogelijke gevolgen van overgewicht, bijvoorbeeld als je hoge bloeddruk of diabetes type 2 hebt.

Tip 6: Vraag steun bij familie en vrienden
Samen eten en drinken is gezellig. Dat maakt het lastig om een taartje te weigeren op een verjaardag of geen zoutjes te pakken, terwijl de rest dat wel doet. Vraag hulp aan die mensen waarvan je weet dat ze je zullen steunen. Ze houden rekening met je en zullen je niet snel iets opdringen. Of je kunt samen gaan sporten.

Krijg je toch iets aangeboden wat je niet wilt eten, zeg dan gewoon ‘nee’. Je hoeft je niet te verantwoorden of te verontschuldigen. Jij neemt de beslissingen over wat je wel en niet eet.

Tip 7: Neem je huidige eetpatroon onder de loep
Een eetpatroon is alles wat je dagelijks eet en drinkt. Om een gezond gewicht te krijgen heb je een passend eetpatroon nodig. In de eerste fase is het daarom belangrijk om je huidige gewoontes onder de loep te nemen.

Daarvoor heeft het Voedingscentrum Mijnvoedingscentrum ontwikkeld. Dat is een website waar je onder andere kunt invullen wat je per dag hebt gegeten. Je krijgt dan direct advies om je eetpatroon aan te passen.

dinsdag 15 oktober 2013

Het immuunsysteem in de darmen


Het is mooi dat de darmen zich bezighouden met de spijsvertering en de stoelgang. Maar de darmen doen nog meer! In je darmen zit namelijk een zeer belangrijk deel van je immuunsysteem. Dat is maar goed ook, want juist in de darm komen tal van stoffen binnen. Dat zijn niet alleen voedingsstoffen, maar ook bacteriën en virussen. De darm beslist steeds welke stoffen goed zijn en moeten worden opgenomen, en welke stoffen juist onschadelijk gemaakt moeten worden en verwijderd. Dat gebeurt door het ingenieuze immuunsysteem. Bovendien is de oppervlakte van de darm zo groot als een tennisbaan. Het verdedigen hiervan tegen bacteriën en virussen is dan ook een heel belangrijke taak van het immuunsysteem.

Aangeboren!
Voor een deel is dat immuunsysteem aangeboren. De immuun cellen in je darm beschermen je automatisch tegen virussen en schadelijke bacteriën. Het aangeboren immuunsysteem is een algemeen systeem, dat ook wel de ‘natuurlijke weerstand’ wordt genoemd. Het is een van de eerste barrières die ons lichaam kan opwerpen tegen indringers. Andere barrières zijn de huid, het maagzuur, de slijmvliezen, enzymen in je speeksel en de darmflora.

Aangeleerd of verworven immuunsysteem?
Er is ook een aangeleerd of verworven immuunsysteem. Dat is een intelligent systeem, dat getraind is om één ziekteverwekker aan te vallen. Het wordt ook wel het specifieke systeem genoemd. Na een eerste contact met een ziekteverwekker ‘leert’ het immuunsysteem hoe het die ziekteverwekker de volgende keer kan herkennen en uitschakelen. Goed voorbeeld van die werking is de vaccinatie, bijvoorbeeld tegen de mazelen. Door de vaccinatie komt het lichaam in contact met een hoeveelheid verzwakt mazelenvirus. De volgende keer, bij een echte besmetting, herkent het aangeleerde immuunsysteem dit virus onmiddellijk en wordt het uitgeschakeld. Het immuunsysteem werkt samen met de darmflora. Voor een goed functionerend immuunsysteem is een gezonde darmflora dus onmisbaar!